In 't centrum van mooi Twente ligt een knusse kleine stad
Waarvan een ieder die ze kent moet houden
Daar lossen broederlijk de mensen de problemen op
En ieder steekt z'n handen uit de mouwen
Hebt u 't nog niet door, natuurlijk dat is Goor

Goor met je bos en weiden tussen 't golvend graan
Met je mooie wandelwegen trek je ieder aan
Waar ik ook mag vertoeven jij blijft 't dierbaar pand
Goor is niet voor niets 't Twentse Haagje
Het is de ster van ons Twenteland.

Waar vind je zulke bospartijen en waar zo'n prachtnatuur
Of 't zomer is of herfst of in de lente
Een goede raad; u richt, als u eens weer vakantie heeft
Uw schreden naar deez' parel van mooi Twente
Dan zingt u mee in koor; Er is toch maar een Goor.

Tekst: Everhardus Hidding